Advies tandarts en bloedverdunners

Adviezen bij tandheelkundige ingrepen als u een bloedverdunner gebruikt

Uw mondzorgverlener (tandarts, kaakchirurg of mondhygienist) heeft een ingreep voorgesteld waarbij er een kans is op een nabloeding (bijvoorbeeld kiezen trekken of een implantaat plaatsen). En, u gebruikt 'bloedverdunners' (ook wel antitrombotica genoemd). Antitrombotica zijn medicijnen die de stolling van het bloed verminderen of vertragen. Soms is het raadzaam tijdelijk te stoppen met uw bloedverdunners. Deze informatie helpt u om samen met uw (mond)zorgverlener een besluit hierover te nemen.

Bron: Het Kimo

Wat is het geval?

Het gebruik van bloedverdunners geeft een groter risico op (na)bloedingen. Maar, stoppen of verminderen van de medicijnen verhoogt de kans op bloedstolsels die een bloedvat kunnen afsluiten. Zo kan een hersen­ of hartinfarct ontstaan.
Meestal is het niet nodig om uw medicijnen aan te passen bij een ingreep in de mond. Maar, bij sommige ingrepen en bij sommige medicijnen, is er een grotere kans op een nabloeding. Dan is het verstandig om uw medicijnen of de uitvoering van de ingreep wat aan te passen. Maar, dit moet wel verantwoord zijn. Daarom overlegt uw mondzorgverlener in sommige gevallen met trombosedienst/trombose expertisecentrum en/of uw arts die de bloedverdunners heeft voorgeschreven. Uw zorgverleners willen de kans op nabloedingen in de mond, maar ook de kans op verstoppingen van een bloedvat in uw lichaam zo klein mogelijk maken.

Wat gebeurt er?

Wanneer u een ingreep moet ondergaan waarbij het risico op een nabloeding vergroot is, vraagt uw mond­ zorgverlener of u bloedverdunners gebruikt.
De mondzorgverlener informeert u over mogelijke risico's van de behandeling. U besluit samen met uw mondzorgverlener of het door blijven gebruiken van uw bloedverdunners verantwoord is, of dat dit tijdelijk aangepast moet worden.
Uw mondzorgverlener neemt na de ingreep maatregelen om de kans op een nabloeding zo klein mogelijk te maken, zoals hechten van de wond.
U krijgt bovendien in de meeste gevallen een recept voor tranexaminezuur vloeistof (om de mond voorzich­ tig mee te spoelen of om op een gaasje te schenken waarna u hierop kunt dichtbijten). Dit zorgt ervoor dat er een bloedstolsel op de wond in de mond kan komen.
Uw mondzorgverlener geeft u advies over pijnstilling na de ingreep. Gebruik geen NSAID's (ibuprofen, diclo­ fenac, naproxen) als pijnstiller omdat deze middelen het risico op een nabloeding verhogen.
lndien u tijdelijk bent gestopt met uw bloedverdunners vanwege de ingreep, vertelt uw (mond)zorgverlener of de trombosedienst u wanneer u uw bloedverdunners weer moet gaan gebruiken.

Wat kunt u zelf doen?

Het is belangrijk dat uw mondzorgverlener op de hoogte is van uw medische situatie en de medicijnen die u op dat moment gebruikt. Houd uw mondzorgverlener daarom hiervan op de hoogte. U kunt een actueel me­ dicatieoverzicht opvragen bij uw huisarts of apotheek.

Wat moet u niet doen?

Het is belangrijk om niet op eigen houtje met uw bloedverdunners te stoppen.

Na de ingreep moet u geen NSAID's, zoals ibuprofen, diclofenac of naproxen) als pijnstiller gebruiken. Deze medicijnen vergroten het risico op een nabloeding. Let op: ibuprofen, diclofenac of naproxen zit in veel pijn­ stillers die u bij de drogist of supermarkt kunt kopen (bijvoorbeeld Advil®, Aleve®, Diclofenac, Flurbiprofen®, Ibuprofen, Naproxen, Nurofen®, Sarixell®, Spidifen®, Strepfen®, Voltaren®). U vindt op de verpakking of in de bijsluiter bij de 'Samenstelling' of deze stoffen erin zitten.

Uw mondzorgverlener informeert u over het gebruik van andere pijnstillers, zoals paracetamol.

Als u tranexaminezuur (spoeling of gaasjes) gebruikt, moet u uw mond niet met andere middelen spoelen, ook niet met water. Anders bestaat de kans dat het bloedstolsel op de wond weer wegspoelt en blijft het langer bloeden.

Wanneer moet u contact opnemen met uw mondzorgverlener?

De eerste uren na de ingreep en ook na enkele dagen kan de wond nog een beetje bloeden. Ook het speek­ sel kan de eerste dag nog wat rood zijn. Dit gaat gewoonlijk vanzelf over. Als het blijft bloeden moet u con­ tact opnemen met uw dienstdoende mondzorgverlener (ook als dat buiten kantooruren is).

Wilt u naast deze informatie meer weten?

Op de volgende website vindt u meer informatie, zoals antwoorden op veel gestelde vragen, patientenfol­ ders en informatie over preventie:

https://www.fnt.nl/patienten/patientenvoorlichting

logo-kimo-kennisinstituut-mondzorg